Hoe een vaste plant planten?

Wanneer planten?

Al onze vaste planten worden geleverd in een potje. Zo kunnen ze het hele jaar door geplant worden, maar best van september tot juni. Voor meer informatie: Wanneer kan ik (niet) planten?

Plant echter nooit als het overdag aanhoudend vriest, als de grond (nog) bevroren is of als de grond kletsnat of juist erg droog is. In warme, droge periodes voldoende water geven, en dan beter af en toe een royale watergift dan vaak kleine hoeveelheden. (zie “Nieuwe aanplantingen correct water geven” )

Wat heb je nodig?

• Een spade om de grond klaar te leggen
• Een klein plantschopje om te planten
• 40L. goede compost of bodemverbeteraar per m2.
• 100 à 150 gr. organische meststof per m2. (enkel in de lente)

Bodemvoorbereiding

• Verwijder het aanwezige onkruid. Controleer of er al zaad aan het onkruid hangt. Indien ja, verwijder het dan zo voorzichtig mogelijk zodat het zaad niet op de grond valt waar je wil planten.
• Strooi dan een laag van zo’n 5 cm goede compost of bodemverbeteraar op de grond, gooi daarboven nog wat organische siertuinmest (100- 150 gram per vierkante meter) en spit deze laag in, zodat grond, mest en bodemverbeteraar goed onder elkaar gemengd zijn. De bodemverbeteraar houdt het vocht, en dus de voedingstoffen, beter vast zodat de planten beter aanslaan en sneller groeien.
• Hark het plantbed daarna zodat de grond mooi effen ligt.
• Beregen bij droog weer en/of droge grond de bodem totdat de grond tot op 15 cm. diep vochtig is. Laat de grond daarna 1 à  2 dagen drogen vooraleer te planten zodat er in ideale omstandigheden kan geplant worden.

Voor meer uitgebreide informatie zie Plantklaar maken van de grond

Bij droog weer

Als het droog is of als er een droge periode voorspeld wordt: dompel de potjes gedurende +- 10 seconden onder in een emmer water totdat de wortelmassa volledig doorweekt is. Je kan dit op een centrale plaats (op het terras bv.) doen waar alle planten samen staan.

De planten beschermen tijdens het planten

Laat de planten zo lang mogelijk in hun potje zitten.

Als je ze uit het potje haalt, maak dan dat ze zo snel mogelijk geplant worden. Is dit niet mogelijk, bescherm de wortels dan door ze te bedekken met een oud deken of een stuk plastic zodat ze beschermd zijn tegen zon en wind. De wortels van planten zijn extreem gevoelig voor uitdroging, dit is de grootste oorzaak van afsterven van jonge planten.

Hoe planten?

1. Maak een ruim plantgat met een plantschopje.(1,5 à  2 maal de hoogte en breedte van het potje)
2. Spit de bodem van het plantgat goed om.Zo vinden de wortels zachte aarde om verder te groeien en blijft het water niet op de bodem staan.. Leg een dikke laag van de uitgegraven grond in het plantgat zodat de plant op de goede hoogte geplant wordt. (zie punt 4)
3. Verwijder de pot voorzichtig door de plant omgekeerd te houden tussen de wijs- en middenvinger van de linkerhand. Knijp daarna met je andere hand lichtjes op de 4 zijden van het pot en trek de pot dan omhoog.. Krijg je de plant niet goed uit de pot, knip hem dan kapot. Vermijdt schade aan de planten door teveel aan de plant te trekken om die uit de pot te krijgen.
4. Zet de plant in het plantgat.Plant de plant een duimbreed dieper als in de pot het geval was. Houdt met een hand de plant in de juist stand en vul met de andere hand de aarde bij. Druk daarna de plant met de handen aan.
5. Breng zoveel mogelijk uitgegraven grond terug rond de plant en druk voorzichtig aan met de voet zodat de plant stevig in de grond zit. Druk niet te hard! Leg daarna de grond tussen de planten terug mooi effen. Doe dit met de hand, zodat je de planten niet beschadigd.
6. Geef overvloedig water.Blijf de planten het eerste seizoen na het inplanten regelmatig water geven. (zie “Nieuwe aanplantingen correct water geven” )

Deze basisregels kosten enige tijd en moeite maar kunnen achteraf veel nodeloos werk besparen. Immers, een dode plant vervangen vergt minstens dubbel zoveel tijd en werk dan een nieuwe aan te planten!

Hoe bewaren?

Kan je niet onmiddellijk planten, bewaar de planten dan op een schaduwrijke vorstvrije plaats beschut tegen de wind (bv. de garage). Vaste planten in een pot kan je langere tijd bewaren, maar in het najaar of in de winter moet je hen vorstvrij bewaren! In het voorjaar moet je er ook goed over waken dat de planten steeds voldoende water hebben, de potten dus regelmatig begieten, indien nodig meerdere malen per dag! Maar als algemene regel moet je toch aanhouden om zo snel mogelijk na ontvangst te planten.

Voor meer informatie: Hoe je planten bewaren als je niet meteen kan aanplanten?

Relevante artikels:

• Hoe onkruid voorkomen?

Klik hier voor een overzicht van onze vaste planten