Snoeien in april

Voorjaarsbloeiende heesters en lavendel

Snoei voorjaarsbloeiende heesters als Forsythia en Chaenomeles onmiddellijk na de bloei. Deze heesters bloeien in het voorjaar uitbundig op scheuten die het vorige jaar gegroeid zijn. Het is dan ook aangewezen direct na de bloei te snoeien. Op de scheuten die ze dit jaar zullen vormen, zullen ze volgend voorjaar meest bloeien.

Forsythia (Chinees Klokje)

Bij het planten van Chinees klokje kan je de takken al met tweederde inkorten, steeds boven twee knoppen die zich tegenover elkaar bevinden, om vertakking te stimuleren. Dunne of beschadigde takken moeten eveneens verwijderd worden. Pas nadat de heester goed ingeworteld is, zal hij de eerste bloemen opleveren.

Na de bloeitijd, in april, verwijdert u de verwelkte bloemen door steeds boven de jonge vertakkingen te knippen. aan de basis verwijdert u de oudste takken. De jongste snoei je in met de helft.

Chaenomeles (Dwergkwee)

Bij het planten kan je de takken tot op de helft terugknippen om een goede vertakking te stimuleren, zwakke uitlopers aan de basis verwijder je.

Na de bloei, eind april of begin mei. Verwijdert u enkele twijgen van de hoofdtakken die te fel vertakt zijn, bij voorkeur knip je de zwakke of naar binnen gerichte takken weg. De twijgen die gebloeid hebben moet je beslist bewaren, zij zullen in de herfst en in de winter decoratieve vruchten voortbrengen.

Lavendel

Nu de kans op vorst wat vermindert is begin april het ogenblik om lavendel te snoeien. Als u lavendel niet snoeit dan krijgen de planten een kaal hart en als u dan in het oude hout snoeit, lopen ze niet meer uit. Bij het planten van Lavendel snoeit u de takken tot op de helft terug om de vertakking te stimuleren. De buitenkant snoei je ietwat korter dan de binnenkant om de bolvorm van de planten te respecteren.

Na de bloei, in september snijdt u de twijgen die gebloeid hebben net onder de bloem, of een paar blaadjes eronder af.

In maart-april gebeurt de eigenlijke snoei. Hiervoor snijdt u de takken met enkele centimeters af, waarbij u de natuurlijke, afgeronde vorm van de plant respecteert. Zo vermijdt u dat de plant kaal wordt in het midden. Snoei echter nooit tot op het dode hout in de kern van de plant. Deze twijgen zullen immers niet meer uitlopen.