Online planten kopen?

Artikel geplaatst door Jan De Tuinman in:

Afstand van beplantingen t.o.v. buren

De afstand van hagen en beplantingen t.o.v. de perceelsgrens.

Het veldwetboek geeft de wettelijke afstand aan die moet in acht genomen worden tenzij er op gemeentelijk of provinciaal vlak een andere regeling bestaat. Het is dus aangewezen uw gemeente te contacteren of een dergelijke regelgeving bestaat. Ook stedebouwkundige besluiten houden vaak regels in wat betreft de afstand van beplantingen. Het komt zelfs voor dat een bepaalde beplantingslijst moet gehanteerd worden, met bepaalde soorten die wel of niet mogen gebruikt worden.

Anderzijds kan je ook steeds met je buur in overleg gaan. Als je een, best schriftelijk, akkoord hebt om een andere plantafstand te hanteren dan is dat perfect mogelijk.
Zo kan je bv. beslissen om de haag op de perceelsgrens te plaatsen. Dan heb je een ‘gemene haag’. Zie meer info hieronder.

Een vraag die we regelmatig krijgen is: Hoe ver moet mijn haag of boom van de perceelsgrens staan?

De algemene regel, die we hier onder de loep zullen nemen, vinden we in het Veldwetboek.
In uw gemeente of verkavelingsvoorschrift kunnen andere regels van toepassing zijn.

 

Hagen en Laagstammige bomen

Levende hagen en laagstammen moeten aangeplant worden op minimaal 50 cm van de perceelsgrens.

De eigenaar van een niet-gemene haag is gerechtigd de eigendom van zijn buur te betreden om zijn haag te snoeien, evenwel zonder schade te berokkenen aan de eigendom van de buur.

 

Hoogstammen

Voor hoogstammige bomen schrijft het veldwetboek een afstand voor van 2 meter tot de perceelsgrens. Deze afstand wordt gemeten tot aan de stam van de boom.

 

Onderscheid hoogstammig- laagstammig

Om dit onderscheid te maken moeten we rekening houden met de hoogte van de boom en de kroon- en wortelvorming. De bepaling of struiken en bomen als hoogstammig moeten beschouwd worden is meestal expertenwerk. Best is rekening te houden met een hoogte van 3 meter. Groter dan 3 meter wordt als hoogstamming aanzien. Bomen of struiken waarvan de verwachte hoogte lager is dan 3 m wordt als laagstam aanzien

 

Leifruit

Fruitbomen, van welke soort ook mogen als leibomen tegen een muur tussen twee eigendommen geplaatst worden zonder een afstand in acht te nemen.

 

Overhangende takken

Volgens het veldwetboek is het verboden takken die over uw eigendom groeien te snoeien. Je kan je buur, als die niet uit eigen beweging wil snoeien, verplichten om de overhangende takken te snoeien. Je moet hem hiervoor wel voor de vrederechter brengen.

 

Verjaring

Indien in een periode van 30 jaar geen klacht neergelegd werd tegen bomen of struiken die niet op reglementaire afstand staan dan heeft de eigenaar het recht ze te laten staan.

 

Gemene bomen en struiken

Je kan natuurlijk samen met je buur een haag aanplanten op de perceelsgrens. Dan spreken we over een gemene haag waarbij “lusten en lasten” verdeeld worden over de twee eigenaars. Zij staan dan samen in voor het onderhoud van de haag.

Tenslotte bepaalt het veldwetboek nog dat dat vruchten die op de eigendom van de buur vallen eigendom zijn van deze buur. Indien wortels van bomen of struiken van uw buurman op uw eigendom doorschieten mag je deze afhakken.

Voor beplantingen die op een kleinere afstand van de perceelsgrens staan dan de wettelijke bepalingen kan de buur de eigenaar verplichten deze te rooien. Hiervoor moet je echter steeds bij de rechtbank passeren.

Als je toch wil planten op minder dan de reglementaire afstand kan je met je buur een overeenkomst sluiten. Deze maak je best schriftelijk op of je kan zelfs langsgaan bij de notaris. Deze overeenkomst blijft gelden als de eigendom van eigenaar verandert. Als je dus een overeenkomst had met je vorige buur dan blijft deze gelden als je een nieuwe buur krijgt.

Log in of Registreer om te reageren of zelf een tuinvraag te stellen.

Heeft dit artikel u geholpen?